Op 20 maart 2018 verscheen het arrest nr. 28/2018 van het Grondwettelijk Hof van 9 maart 2018 inzake de vorderingen tot uitlegging van het arrest nr. 148/2017 van 21 december 2017 in het Belgisch Staatsblad.
Het Hof werd door de ministerraad verzocht zich uit te spreken over het verzoekschrift tot uitlegging van het arrest nr. 148/2017 van 21 december 2017. Bij dat arrest heeft het Hof uitspraak gedaan over de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 5 februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie, ook wel de Potpourri II-wet genoemd
Bij dat arrest heeft het Hof onder meer de artikelen 6 en 121 tot 123, alsmede de artikelen 15, 17, 1° en 2°, 18, 1° en 2°, 19, 2°, 36, 151, 155 en 170, 2°, van de wet van 5 februari 2016 vernietigd. Die bepalingen betreffen de verhoging van de straffen voor gecorrectionaliseerde misdaden en de veralgemening van de correctionaliseerbaarheid van misdaden. Het Hof heeft de gevolgen van die vernietigde bepalingen gehandhaafd ten aanzien van de beslissingen die op grond van die bepalingen zijn genomen vóór de datum van bekendmaking van dat arrest in het Belgisch Staatsblad. Die bekendmaking vond plaats op 12 januari 2018.
Na een bondige bespreking zegt het Hof in haar arrest voor recht:
De handhaving, bij het arrest nr. 148/2017 van 21 december 2017, van de gevolgen van de artikelen 6, 15, 17, 1° en 2°, 18, 1° en 2°, 19, 2°, 36, 121 tot 123, 151, 155 en 170, 2°, van de wet van 5 februari 2016 ten aanzien van de beslissingen die op grond van die bepalingen zijn genomen vóór de datum van bekendmaking van dat arrest in het Belgisch Staatsblad dient dus te worden uitgelegd dat de rechtscolleges die vóór 12 januari 2018 werden geadieerd krachtens beslissingen die op grond van die vernietigde bepalingen zijn genomen, alsook de rechtscolleges die in beroep of in cassatie uitspraak dienen te doen in diezelfde zaken, bevoegd blijven om die zaken te behandelen en daarbij de straffen kunnen uitspreken zoals ingevoerd bij de vernietigde bepalingen, zonder dat de duur van de vrijheidsberovende straf meer kan bedragen dan twintig jaar voor misdaden bestraft met twintig tot dertig jaar opsluiting en dertig jaar voor misdaden bestraft met levenslange opsluiting.
U vindt het arrest bij de documenten.